De klokken
In 1878 was bij gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van Petrus Kuyer en Maria van de Hengel door hen een zware luidklok geschonken aan pastoor Oosterbaan. Deze klok, die 575 kilo woog, een diameter van 95 cm en een hoogte van 100 cm had, kwam in 1905 in de nieuwe kerk te hangen, doch werd in 1943 door de Duitsers weggehaald. De kleine Angelusklok uit 1823, die 65 kilo woog, een diameter van 47,5 cm had en een hoogte van 50 cm, lieten ze hangen.

In 1950 kwam de kerk in het bezit van drie nieuwe klokken, gegoten door de firma Petit en Fritzen te Aarle-Rixtel voor de prijs van ongeveer f. 9.000,--. Op zaterdag 20 mei 1950 werden de klokken plechtig Baarn binnengebracht. Op zondag 21 mei werden zij gewijd. Zij ontvingen bij deze wijding, ook wel klokkendoop genoemd, de namen Nicolaas, Maria en Joseph.

De grootste, de Nicolaas, weegt 717 kg. De tweede, de Maria, 513 kg en de kleinste, de Joseph, 356 kg. Elke klok draagt een randschrift in de vorm van een Latijns vers:

Nicolaas: Caelorum Dominum cantando semper adoro (Altijd aanbid ik door mijn gezang de Heer van de hemel).
Maria: Nomine laeta Maria vocor Mariamque saluto (Blij draag ik Maria's naam en groet ik Maria).
Joseph: Voce modesta ego sed laeta laudo omnipotentem (Met mijn bescheiden stem prijs ik blij de Almachtige).

De Nicolaasklok wordt geluid bij begrafenissen, de Josephklok bij een doopsel om te laten horen dat er een dopeling in de parochiegemeenschap is opgenomen.

De drie klokken tezamen worden geluid voor de aanvang van de missen, behalve tijdens de advent en de vasten. Dan wordt alleen de Mariaklok geluid.


Terug naar Historie