Het interieur van de huidige kerk
Het is een grote hallenkerk, zeven traveeën (gewelfvakken tussen twee bogen) diep en drie beuken breed. De gewelven zijn oorspronkelijk blauw geschilderd. Het marmeren hoofdaltaar uit 1865, de altaartafel van het Maria-altaar uit 1886 en de kruiswegstaties geschilderd door A. Brouwer uit Hilversum in 1861, zijn uit de oude kerk afkomstig. Het retabel van het Maria-altaar dateert van 1906 en is geschonken door mevrouw Van de Braak-Meijer. Het Jozefaltaar is ongeveer even oud en eveneens geschonken door mevrouw Van de Braak-Meijer. Van de communiebank, die in 1917 geplaatst was en een schenking was van mevrouw Boldoot-Desmons, is thans het middendeel bevestigd tegen de altaartafel en zijn enkele andere delen geplaatst tegen de altaartafel van het Jozefaltaar.

De doopvont, vervaardigd door Lambertus Witte uit Baarn, is in februari 1926 in de kerk geplaatst. Aan de kerkzijde van de doopkapel staat een open hekwerk, vervaardigd door A. Noordman uit Arnhem.

In december 1932 kreeg de kerk elektrische verlichting, en in 1934 werd de kerk in vele kleuren beschilderd en werd een groot deel van de banken vernieuwd. Tijdens het pastoraat van pastoor Kaarsgaren (1945-1967) werden een nieuwe preekstoel en een nieuwe communiebank geplaatst. In 1948 kreeg de kerk voor een bedrag van
f. 2918,-- haar eerste geluidsinstallatie.

Tijdens de restauratie in 1972 kreeg het priesterkoor haar huidige vorm en werd de altaartafel geplaatst, die, omdat kennelijk niemand er eerder aan dacht dat dit moest, pas op 1 november 1996 werd gewijd. De Baarnse architect A.D. Zuiderhoek ontwierp ze. Uitvoerder was mede steenhouwer De Bruin uit Baarn. De glazen wand achter in de kerk is in 1972 door de heer W. Vermeulen gemaakt. In die tijd werden ook de kroonluchters aangeschaft. Tevens werd in dat jaar de kerk geschilderd door de heer Blom uit Hooglanderveen en kwamen er nieuwe banken in het middenschip. De kerstgroep, die in de kersttijd in de kerk staat opgesteld, dateert uit het begin van de 20ste eeuw. Niet alle beelden passen echt bij elkaar. De oorspronkelijke beelden zijn ooit zoekgeraakt, gedeeltelijk later als tuinkabouters teruggevonden en opnieuw in de kerk gekomen door de inspanningen van de heer H. van Harten uit Baarn. Ook via de heer Van Harten is het houten gepolychromeerde (= in vele kleuren beschilderde) beeld van Maria van Baerne uit 1735 teruggekomen.

Uit de schuilkerkperiode zijn nog bewaard gebleven een miskist van een reizende priester en een houten tabernakel.



In 2005 werd begonnen met de restauratie van de kapconstructie van de kerk. In de loop van de tijd was het houtwerk aangetast door houtrot, houtworm en boktorren. Er moesten delen van de constructie vervangen worden. De boktorren moesten via chemische bestrijding verdreven worden. Vervolgens kwamen de klokkenstoel met bijbehorende elektra en de riolering aan de beurt.

Op 8 maart 2010 werd begonnen met de restauratie van de zeven gebrandschilderde ramen boven het priesterkoor.

Terug naar Historie