3. Gods Geest in ons.

Paulus gaat nog verder over ons leven in Christus, doordat hij vaak spreekt over de H. Geest. De H. Geest die invloed heeft op het 'doen' als op het 'zijn' van de christen.
Hij zegt dat de Geest van God in ons woont (Rom. 8, 9; 1 Kor. 3, 16).
Dat God de Geest van zijn Zoon in ons hart heeft gezonden (Gal. 4, 6). En deze Geest doet ons uitroepen: "Abba, Vader" (Rom. 8, 2 en 15). Omdat wij zijn kinderen zijn, mogen we Vader zeggen tegen God.

Elders zegt hij dat wij niet kunnen bidden zonder tegenwoordigheid van de H. Geest: De Geest komt onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij die de harten doorgrondt, weet waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling (Rom. 8, 26-27) Eigenlijk zegt hij dat de heilige Geest, de Geest van de Vader en de Zoon, voortaan ziel van onze ziel is, waaruit ononderbroken een beweging van gebed opstijgt naar God, die wij in haar wezen niet eens nauwkeurig kunnen bepalen. De Geest biedt de Vader onze aanbidding aan en onze diepste wensen. Dit houdt natuurlijk wel in dat wij in communio/gemeenschap met de Geest leven. Dat wij meer en meer gevoeliger en attenter zijn voor deze tegenwoordigheid van de Geest in ons en zo leren spreken met de Vader als kinderen in de heilige Geest.

Wanneer wij in communio met de H. Geest leven, zullen wij ook zijn gaven ontvangen.
De gave van wijsheid, verstand, inzicht, sterkte, kennis, ontzag en liefde voor Gods Naam.
(1 Kor. 12, 4-11)

Paulus leert ons nog een eigenschap van de H. Geest: de band met de Liefde.
In zijn brief aan de Romeinen schrijft hij: De hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de heilige Geest die ons wordt geschonken. (Rom. 5, 5)
De H. Geest brengt ons in het ritme van het goddelijk leven dat leven uit liefde is en doet ons zo persoonlijk deelhebben aan de relatie tussen Vader en Zoon. Wanneer Paulus ons schrijft over de vruchten van de Geest is de eerste vrucht de Liefde, maar van daaruit volgen de anderen: Vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Galaten 5, 22).
Omdat liefde per definitie verenigt, betekent dit vooral dat de H. Geest gemeenschap schept binnen de christelijke gemeenschap (2 Kor. 13, 13).
Gemeenschap in liefde maar ook in 'doen'. De H. Geest spoort ons aan tot een 'caritas'-relatie met alle mensen. Deze twee aspecten plaatst Paulus bijeen: Weest vurig van geest en vergeldt niemand kwaad met kwaad. (Rom. 12, 11 en 17)

Terug