In mijn weerstand
In mijn weerstand vindt God woning,
in mijn twijfel is Hij thuis
bitterheid maakt Hij tot honing,
met mij eet Hij in mijn huis.

Ga ik ver, Hij gaat nog verder
door mijn dal vol ach en wee;
dwaal ik ver, Hij blijft de herder -
val ik diep, Hijzelf valt mee.

in de dood ontkiemt het leven,
in de graven sluimert zaad,
wordt mijn zwarte kleed herweven
tot een blinkend wit gewaad.

O mijn God, hoezeer verborgen,
licht genoeg zijt Gij voor mij;
middernacht begint de morgen -
in mijn duisternis woont Gij.


Terug