Het is een mens om wie je rouwt,
een mens
- machtig groot en ook zo klein -
die ten diepste was
en wilde zijn:
een reisgenoot in blijde tijden
een goede plek bij tegenspoed
een metgezel in 't grote lijden
een wijze raad bij overmoed.

Het is een naaste om wie je rouwt,
een naaste
- wezensvreemd en toch vertrouwd -
die uit het niets verscheen
om al die dagen en zoveel nachten
jouw leven te verzachten
met lachen en geween
met daden en gedachten
en gebaren
oneindig in getal
met woorden die je nooit vergeten zal.

Het is een geliefde om wie je rouwt,
een geliefde
die kwam en is gegaan
en voor even is gebleven
als een licht in jouw bestaan
die het beste heeft gegeven.


Terug