Het sacrament van de ziekenzalving
Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken: de vier Evangeliën, de Handelingen van de Apostelen, de brieven van Paulus, de katholieke (d.w.z. algemene) brieven en de Apokalyps. In één van de katholieke brieven, namelijk de brief van Jakobus, lezen we in hoofdstuk 5, 14-15:

Is iemand onder u ziek? Laat hij de oudsten van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam van de Heer. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden.

Wat de Kerk nog steeds doet, heeft zijn wortels in de apostolische tijd, waar Jezus tegen zijn leerlingen zei: "Geneest de zieken." (Mt. 10, 8) of zoals Marcus het opschreef "... en zij zalfden veel zieken met olie en genazen hen ..." (Mc. 6, 13)

Het was in Jezus' tijd gewoon olie als geneesmiddel te gebruiken. Denken we aan de barmhartige Samaritaan die olie op de wonden van iemand goot.

Door de eeuwen heen heeft de gelovige gemeenschap het ziekenbezoek en de ziekenzorg bijzonder belangrijk geacht. Op dit zorgend omgaan met zieken is het sacrament van de ziekenzalving geënt. Als de mens al zo bezorgd is, kan God dan achter blijven?

Via zijn priesters wil Jezus de zieken en heel de zorgende gemeenschap nabij zijn, opdat de kruisweg een weg naar Pasen zou worden.

Wie mag de ziekenzalving ontvangen?

Als iemand zwaar ziek is, of door ouderdom verzwakt is, of voor een ernstige operatie staat, kan hij de ziekenzalving ontvangen. De ziekenzalving kan eventueel meerdere keren worden toegediend.

Waaruit bestaat de ziekenzalving?

Bij het begin van de dienst kan de priester de zieke met wijwater zegenen:

Moge dit water u herinneren aan uw doopsel en uw geest richten op Christus, die geleden heeft, gestorven en verrezen is om ons te verlossen.

Als de zieke het verlangt ontvangt hij het sacrament van de boete. Zo niet dan zeggen allen de schuldbelijdenis op. Hierna volgt een lezing uit de schrift en een gebed.

Dan legt de priester de handen op het hoofd. Jezus heeft dit ook gedaan. De handoplegging is een gebaar van bescherming, bemoediging en troost.

Hierna zalft de priester de zieke met ziekenolie (deze wordt gewijd door de bisschop. In het aartsbisdom Utrecht is dit op woensdag in de Goede Week. Ziekenolie is olijfolie waar kruiden aan toegevoegd worden.). Het hoofd wordt gezalfd maar ook de handen kunnen gezalfd worden. Olie is het symbool van Gods Geest, Jezus is de Gezalfde. De Geest maakt de mens steeds meer gelijkvormig aan Christus.
Tijdens de zalving bidt de priester:

"Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van zijn heilige Geest. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven."
Hierna kan de zieke, indien mogelijk, de H. communie ontvangen.

De ziekenzalving nodigt de zieke uit zijn lijden te verenigen met het lijden van Christus en ondanks zijn eigen pijn, nabij te zijn voor zijn medemensen, die het ook moeilijk hebben.
Zo vervolgt de gelovige zijn weg naar Pasen, die bij zijn doopsel begon.