Het sacrament van het priesterschap
Het priesterschap kun je onderverdelen in:
  • Het bijzonder priesterschap
  • Het algemeen priesterschap

Het bijzonder priesterschap:

De basis hiervan vinden we in de Bijbel. Jezus kiest, na gebed, zelf twaalf mannen uit. Hij laat zich niet adviseren.

In die dagen ging Hij naar het gebergte om er te bidden en bracht de nacht door in gebed tot God. Bij het aanbreken van de dag riep Hij zijn leerlingen bij Zich en koos er twaalf uit, aan wie Hij tevens de naam van apostel gaf: Simon, aan wie Hij de naam Petrus gaf, diens broer Andreas, Jakobus, Johannes, Filippus, Bartolomeüs, Matteüs, Tomas, Jakobus de zoon van Alfeüs, Simon met de bijnaam ' ijveraar', Judas de broer van Jakobus en Judas Iskariot, die een verrader werd. (Lc. 6, 12-16)

Hij kiest deze twaalf uit met al hun gebreken. Aan deze twaalf geeft Hij zijn bijzondere zending:
Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. (Joh. 20,21)

Bij het Laatste Avondmaal nodigt Jezus alleen deze twaalf uit, geen Maria, geen Martha en Maria de zusters van Lazarus. Tijdens het Laatste Avondmaal wordt het priesterschap ingesteld. Daarom wordt op Witte Donderdag niet alleen gedacht aan de instelling van de eucharistie, maar ook aan de instelling van het priesterschap.

Christus is de enige Priester van het Nieuw Verbond en zijn offer is volmaakt. De bisschoppen, priesters en diakens delen elk voor hun deel in dit ene priesterschap.


Het bijzonder priesterschap is een sacrament. In hun diepste wezen worden bisschoppen, priesters en diakens blijvend verbonden met Jezus Christus en zijn Kerk om er zijn dienstwerk te verrichten. Het sacramentele teken voor elk van de drie graden van de wijding is telkens een handoplegging en een gebed. Daarnaast wordt bij de wijding van de bisschop het hoofd gezalfd en legt men het evangelieboek op zijn hoofd, zijn gezag hangt af van de onderwerping aan het woord van God. Hij krijgt een mijter en een herdersstaf en een ring. De ring betekent; hij is als het ware met God en zijn mensen getrouwd.

Bij de wijding van de priester door de bisschop, worden de handen gezalfd en worden de kelk en de offerschaal overgereikt. Voordat men priester wordt gewijd ontvangt men eerst de diakenwijding, maar de diakenwijding bestaat ook als zelfstandige wijding: het permanent diakonaat. De wijding wordt voor het hele leven verleend. Men wordt een getuige.

Wat mag men van een priester verwachten?
  • De priester moet vooral de sacramenten toedienen, van hieruit moet hij een voorganger zijn die als herder de weg wijst (verkondiging) en in geloof vermaant.
  • De priester moet duidelijk verkondigen wat Jezus wel/niet verkondigde en wat dit voor de mensen betekent.
  • De priester moet de leer van de Kerk verkondigen en niet zijn eigen leer.

Het algemeen priesterschap:

De leek deelt in dit priesterschap, reeds in de eerste brief van Petrus kunnen we hierover lezen:

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, bestemd om de roemruchte daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht; gij, vroeger geen volk, nu Gods volk; vroeger van genade verstoken, nu begenadigd. (1 Petr. 2, 9-10)

Zo kunnen priesters en leken elkaar aanvullen.