Als ik daar ben
Het nooit gezien gelaat zal ik herkennen,
de nieuwe stem als die van Hem verstaan.
Ik zal niet langzaam, langzaam hoeven wennen.
Hij zal mij aanzien, ik zal Hem herkennen,
Hij geeft Zichzelf te zien en te verstaan.

Wij zullen ook elkaar ineens ontdekken,
was jij een zó? Zo goed, zo trouw, zo lief?
Een klein gebaar zal onze liefde wekken,
we zullen wat eens was, dan herontdekken,
zoals op aarde, aan een blik, een brief.

Was Jezus zó? En waren zó de mensen?
Hij is het: ik herken Hem... Ja waaraan?
Beantwoordt Hij aan al mijn diepste wensen?
Dat zal wel, maar ik heb ineens geen wensen
en kunnen harten plots zo opengaan?

En dan mijzelf; zo nooit eens echt onschuldig,
was Jezus heel mijn leven zozeer mild?
En was Hij heel mijn leven zo geduldig?
En spreekt Hij nu volstrekt niet over schuldig?
En is ineens nu alle leed gestild?

En zijn de liefsten nu voor altijd veilig?
Is het een stad van vrede nu voortaan?
Zijn wij nu allemaal tezamen heilig?
In onze Heer geborgen, zuiver, veilig?

Ik geloof, Heer, leer mij uw hart verstaan.


Terug